Soms speelt het erg goed kennen van meerdere talen een mens parten. Ik ben bijvoorbeeld zo goed bekend met de Engelse taal dat ik in het Nederlands wel eens leenwoorden gebruik die -tot mijn verbazing soms- niet bestaan. Zo gebruikte ik laatst het woordje improvisorisch maar spellingcontrole accepteerde dit niet. Spellingcontrole suggereerde improviSAtorisch.
Dat leek me een
.Wat is de juiste spelling?
“De lekkage is [..] gedicht tot de loodgieter zijn kunstje komt doen.”
- inprovisorisch
- improvisorisch
- improvizorisch
- improvisatorisch
- improvizatorisch
Het juiste antwoord op mijn vraag “Wat is de juiste spelling?”, is improvisatorisch. DAt is het enige woord dat correct gespeld is én bestaat. Maar uit de commentaren bleek dat ik mijn vraag niet correct gesteld had.
Improviseren betekent zowel “voor het ogenblik bedenken, organiseren of inrichten” als “een rede (toespraak), mondelinge of instrumentale voordracht bedenken”. Als ik het werkwoord improviseren gebruikt had, was mijn taalvraag goed geweest.
Mijn man improviseerde bij het dichten van de lek tot de loodgieter zijn kunstje kwam doen.
Maar wanneer het op het bijvoeglijk naamwoord aankomt, maken we een onderscheid tussen “voor het ogenblik bedenken” en “een toespraak bedenken”.
“Voor het ogenblik bedenken” doe je provisorisch.
“Een toespraak bedenken” doe je improvisatorisch.
Provisorisch gebruik je voor alles wat je ter plekke moet bedenken om een probleem (tijdelijk) op te lossen. Improvisatorisch wordt voornamelijk gebruikt binnen de wereld van toneel en voordracht.
Soms is die Nederlandse taal best tricky.
Lees ook eens...
Anja VG
Latest posts by Anja VG (see all)
- Quote van de week 26-2014 - 24 juni 2014
- Sjors de manager schrijft een vacature - 19 juni 2014
- De kunst van kunstmatige talen - 19 juni 2014
Geef een reactie