De taalvraag van vorige week verdeelde de 16 stemmers op Facebook een beetje. Het was ook geen gemakkelijke vraag, in die zin dat aflasten, aflassen en afgelasssen drie werkwoorden zijn die frequent gebruikt worden maar waarvan er maar twee bestaan: afgelasten en aflassen.
De oplossing van de taalvraag is dan ook “De scheidsrechter gelastte de wedstrijd af.”
‘ Afgelasten’ is het complete werkwoord. Stam eindigt op -t. Verleden tijd is +te. Dus ‘afgelastte’ en ‘gelastte af’.
Hoe zit dat dan met ‘aflassen’ ? Het werkwoord ‘aflassen’ is vaktaal uit de lasserswereld en betekent ‘de laatste laslaag aanbrengen’.
Bron: Onze Taal