Taalvraag: doelgroep is of zijn

De taalvraag van vorige week ging over het gebruik van werkwoorden als er sprake is van een groep als onderwerp. Gebruik je dan het werkwoord als enkelvoud of meervoud?

De correcte schrijfwijze is “De doelgroep van de Duitse uitvinders ZIJN niet de volwassenen.”

Een werkwoord is altijd afhankelijk van het onderwerp. Maar in sommige zinnen is dat niet altijd duidelijk. In zo’n geval past de zin zich aan de meest concrete informatie aan.

Een handig trucje is om de zin om te draaien.

De doelgroep is de volwassenen <-> De volwassenen is de doelgroep. Omgedraaid ‘voelt’ de zin meteen verkeerd.

De doelgroep zijn de volwassenen <-> De volwassenen zijn de doelgroep. En dit ‘klinkt’ veel beter.

Een andere trucje is het gebruik van  werkwoord ‘vormen’. Past ‘vormt’ in de zin, dan is ‘is‘ juist; past ‘vormen’ erin, dan is ‘zijn’ juist.

Bron: OnzeTaal